De Michaëlklok
Deze luidklok C1 is in 1714 gegoten door Claes Noorden en Jan Albert de Grave. Diameter 1580 mm, gewicht +/- 2200 kg.
De klok is vernoemd naar de stadspatroon van Zwolle: Sint Michaël.
Deze klok is de zwaarste van de vier luidklokken en overtreft ze ook in leeftijd: de andere drie zijn in 1929 gegoten door John Taylor & Co, een klokkengieterij in Engeland.
Claes Noorden (1633 - 1716) en Jan Albert de Grave (onbekend - 1729) hadden een klokkengieterij aan de Lijnbaansgracht in Amsterdam. "Nadat omstreeks de jaarwisseling van 1698/99 de Amsterdamse stadsklokken- en geschutgieter Claude Fremy gestorven was, werd diens bedrijf door zijn weduwe Catharina ten Wege met de meesterknecht Claes Noorden voortgezet. Nauwelijks een half jaar later huwde zij met de geschutgieter Jan Albert de Grave. Hierdoor ontstond het zakelijk duo Noorden & De Grave. De samenwerking duurde tot 1716, het jaar waarin Claes Noorden te Amsterdam overleed.
De gieters hebben belangrijke werken op hun naam staan, ongetwijfeld dankzij het feit dat Noorden als leerling van Hemony over de juiste klokprofielen beschikte en voortreffelijk kon stemmen. Te noemen zijn de inmiddels verdwenen beiaarden van de abdij te Park, later verhuisd naar Leuven (1709) en Middelburg (1714-1715). Ook leverden zij dankzij Peter de Grote drie beiaarden in Rusland.
" (
Lehr, A. (1971) Van paardebel tot speelklok. De geschiedenis van de klokgietkunst in de Lage Landen)
De Michaël is niet alleen te horen als luidklok. Zij verzorgt ook de slagen van het hele uur. Bovendien maakt ze deel uit van de beiaard.