SPECIALE KLOKKEN
De klokken van de Zwolse rk. Sint Michaëlskerk
Naar verluidt hangt er een Michaëlsklok uit Zwolle in de St. Bavo kathedraal (niet te verwarren met de grote of St. Bavokerk) in Haarlem.
De klok is afkomstig uit de in 1965 afgebroken St. Michaëlskerk aan de Roggenstraat in Zwolle. Vandaar is zij verhuisd naar de toren van nieuwe Sint Michaëlskerk aan de Bisschop Willebrandlaan in dezelfde stad. Daar heeft zij gehangen, samen met twee andere klokken, totdat in 2005 ook de nieuwe Sint Michaëlskerk werd afgebroken. Het driegelui werd vervolgens verkocht aan Koninklijke Eysbouts, klokkengieterij in Asten. In 2017 verhuisde de Michaël naar Haarlem waar zij nu deel uitmaakt van een achtgelui.
Op de klok staat de inscriptie “St MICHAËL, PATRONUS ECCLESIAE ET URBIS QUIS UT DEUS A.D. 1948″ Dit betekent: “St. Michaël, patroon van de kerk en van de stad, wie is als God Jaar des Heren 1948” De slagtoon van de Michaëlsklok is cis1 (verhoogd).
De kleinste klok van het driegelui was de Sint Jozef. Zij weegt 970 kg en meet 1109mm. De slagtoon is fis1. De klok is in 1948 gegoten door Petit en Fritsen. Het opschrift luidt: ”S.JOSEPH DE NATO JESU CANE DULCITER THOM A K IV CANT 36 AD 1948”. In vertaling:” Sint Jozef zing liefelijk over de geboren Jezus, Thomas A Kempis IV Cant 36; Jaar des Heren 1948”. De klok hangt sinds 2009 in de toren van de Martinikerk in Franeker.
Van de derde – de middelste – klok (slagtoon e1) ontbreekt tot nu toe elk spoor…
Aanvullende informatie is zeer welkom. Weet iemand waar de derde klok gebleven is? Wat zijn de maten van de Michaël? Zijn alledrie de klokken in 1948 gegoten door Petit en Fritsen?
De klokken van de Sassenpoort
Ook de Zwolse Sassenpoort heeft twee klokken van historische waarde. Bert Dijkink van het Zwols klokkenluidersgilde is naar boven geklommen en heeft zo goed en zo kwaad als dat ging vanwege de beperkte ruimte enige foto’s gemaakt.
De kleine klok is gegoten in 1731 door J.A. de Grave en N. Muller en heeft een diameter van 530 mm.
De grote klok is gegoten in 1732 door N. Muller en heeft een diameter van 950 mm.
Beide klokken worden alleen gebruikt om de uren en de kwartieren van het uurwerk te slaan.
Hoewel de Grave in 1729 is overleden, staat zijn naam toch op de klok van 1731. Dat komt omdat hij van de stad Amsterdam een licentie bezat als klokkengieter die geldig was tot 1734.
Nicolaas Muller was compagnon van de Grave.
Een ander opvallend detail is dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed andere maten van de klokken opgeeft: 450 en 900 mm.